Schoolverzuim is nogal eens een voorbode van schooluitval. Uitval in het mbo blijkt met name in de eerste jaren plaats te vinden. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) heeft de redenen voor uitval onder vo- en mbo-studenten in beeld gebracht. Schoolgerelateerde redenen worden het vaakst genoemd worden als reden voor uitval, gevolgd door (geestelijke) gezondheidsproblemen.

Schooluitval in beeld

Onderzoek van het ROA brengt schooluitval in kaart aan de hand van twee dimensies:

  • Beïnvloedbaar versus niet-beïnvloedbaar.
  • Klassieke risicoleerlingen versus ‘opstappers’.

De groep klassieke risico-leerlingen wordt bepaald door kenmerken als sociaaleconomische status, migratieachtergrond, gedragsproblemen, criminaliteit, veelvuldig spijbelen en leerproblemen. Opstappers zijn studenten die uit de opleiding stappen zonder dat er sprake lijkt te zijn van een probleemgeschiedenis. Het is belangrijk om dreigende uitval vroeg te signaleren. Tegelijk zullen niet alle schooluitvallers met passend beleid binnen de school te houden zijn.

Achterliggende redenen voor verzuim

Kenmerken van de student zelf

  • Motivatie
  • Inzet
  • Vertrouwen in een succesvolle schoolloopbaan
  • Een concreet toekomstperspectief hebben
  • Schoolprestaties
  • Sociale vaardigheden
  • Gezondheid (psychisch en fysiek)

Kenmerken van de sociale omgeving

  • Ouderbetrokkenheid en thuissituatie
  • Schoolsucces van de peergroup

Schoolkenmerken

  • Kwaliteit van het onderwijs
  • Kwaliteit van de onderwijsstructuur
  • Positieve ervaringen met docenten, andere medewerkers en medestudenten
  • Het verloop onder docenten
  • De roostering (tussenuren)
  • Een veilige leeromgeving
  • Aandacht voor diversiteitskwesties
  • Het verzuimbeleid van de school, en naleving ervan

Binnen het mbo zijn schoolklimaat en met name het lesprogramma belangrijke voorspellers van schoolse betrokkenheid en studiesucces in het eerste leerjaar

Welke signalen neem je waar bij je student?

  • Zit niet in de klas
  • Komt geregeld te laat.
  • Gaat geregeld eerder weg.
  • Mist bepaalde vakken
  • Is vaak ziek
  • Loopt met zekere regelmaat de klas uit, en blijft bijvoorbeeld een half uur weg
  • Reageert niet op telefoontjes, email, appjes
  • Zit vaak in de kantine of op een stil plekje in het gebouw

Wat werkt: inzetten op alle fronten

In de klas
  • Ken de student en zorg voor een goede relatie met de student.
  • Probeer zo vroeg mogelijk verzuimsignalen te herkennen, en erover in gesprek te gaan met de student.
  • Laat bij verzuim de student weten dat je hem, haar mist. Gemist worden vindt iedereen belangrijk.
  • Neem zsm contact op met de student als hij, zij er niet is. (Spijbelen is erg verslavend, daarom niet pas na 16 uur de leerling aanpakken.)
  • Betrek ouders en de omgeving van de student bij verzuimbegeleiding van de student. (Echter: voortdurend slecht nieuwsgesprekken schrikken ouders juist af.)
  • Zorg voor een ordelijk, veilig klimaat in de klas en een goede sfeer.
  • Sluit aan bij de motivatie van de student.
  • Bied waar mogelijk maatwerk.
  • Zorg voor goed klassenmanagement: (handhaven van) duidelijke regels, normen en verwachtingen voor gewenst gedrag van leerlingen met een hierop aangepast straf- en beloningssysteem.
  • Voorkom onderwijsachterstanden.
  • Laat studenten een concreet toekomstperspectief voor zichzelf ontdekken.

In het team

  • Hanteer duidelijke regels wat betreft verzuim, want verzuim is niet ‘normaal’. En zorg voor naleving ervan.
  • Zorg ervoor dat de grens tussen geoorloofd en ongeoorloofd verzuim niet vervaagt.

Als school

  • Voorkom zoveel mogelijk gaten in het lesrooster.
  • Bied uitdagend en prikkelend onderwijs.
  • Een effectieve school met sterk onderwijskundig leiderschap, accent op verwerving van basisvaardigheden, een ordelijk en veilig klimaat, hoge verwachtingen hebbend van prestaties van leerlingen en frequente evaluaties van de vorderingen, draagt bij aan goede resultaten en voorkomt mede schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten.
  • Zorg voor een helder verzuimbeleid.
  • Werk samen: Een extra plusvoorziening die een combinatie aanbiedt van onderwijs, arbeidstoeleiding, structuur, persoonlijke aandacht en verbondenheid, helpt bij het voorkomen van verzuim. Het voorkomen van schoolverzuim van voortijdig schoolverlaten is nooit in 1 richting of 1 leefgebied te vinden, maar dient altijd op meerdere aspecten in te grijpen.

Achtergrond

Oorzaken en risicofactoren voor verzuim en voortijdig schoolverlaten in het mbo

In de literatuur worden de factoren die verzuim en vsv beïnvloeden vaak in vier categorieën ingedeeld (Kearney, 2008; Wagemans, Laffra, & Wienke, 2015).

  1. De eerste categorie wordt gevormd door kenmerken van de student zelf. Motivatie, inzet, vertrouwen in een succesvolle schoolloopbaan, een concreet toekomstperspectief, schoolprestaties, sociale vaardigheden en gezondheid zijn factoren die verzuim kunnen beïnvloeden (De Baat, 2009; Van Batenburg et al., 2007). Elffers (2011) deed onderzoek onder bol-studenten binnen alle domeinen en op alle vier de mbo-niveaus. Zij toonde aan dat klassieke risicostudenten zich minder emotioneel verbonden voelen met school dan hun succesvollere medestudenten. De emotionele betrokkenheid beïnvloedt studiesucces meer dan de gedragsmatige betrokkenheid (die zich uit in bijvoorbeeld spijbelen).
  2. Een tweede categorie factoren wordt gevormd door de kenmerken van de sociale omgeving. Met name gaat invloed uit van de mate van ouderbetrokkenheid en schoolsucces van de peergroup (Traag, 2012).
  3. Ook schoolkenmerken zijn van invloed op verzuim en vsv. Denk hierbij aan de kwaliteit van het onderwijs en van de ondersteuningsstructuur, positieve ervaringen met docenten en andere medewerkers en medestudenten, het verloop onder docenten, roostering (tussenuren), een veilige leeromgeving, pesten, de relaties tussen docenten en studenten, aandacht voor diversiteitskwesties, registratie van schoolverzuim en het verzuimbeleid van de school (De Baat, 2009; Van Batenburg et al., 2007; Holter & Bruinsma, 2010; Kruizinga 2017). Elffers (2011) wijst erop dat binnen het mbo het schoolklimaat en met name het lesprogramma belangrijke voorspellers zijn van schoolse betrokkenheid en studiesucces in het eerste leerjaar.
  4. Tot slot zijn ook kenmerken van het stelsel van invloed op vsv en schoolverzuim. De leer- en kwalificatieplicht zijn het duidelijkste voorbeeld. Ook economische groei is van invloed op vsv: bij een krappe arbeidsmarkt vindt er ‘groenpluk’ plaats.

Weetjes

  • De kans op voortijdig schoolverlaten bij ‘leerlingen met een verzuimgeschiedenis’ is twee (a drie) keer zo groot als bij jongeren zonder frequent verzuim.
  • De meeste leerlingen verzuimen wegens tussenuren. De latere voortijdig schoolverlaters spijbelen omdat ze een hekel hebben aan school en leren.
  • Ongeveer 1 op de 5 uitvallers stopt met de studie door problemen met de (geestelijke) gezondheid.
  • Docenten zijn beter in het voorspellen van studiesucces dan van uitval. Docenten richten zich waarschijnlijk vooral op wat studenten doen en presteren. Signalen van andere orde merken ze minder op.
  • Bij het geven van uitdagende en prikkelend onderwijs, doet  het er minder toe hoe goed leraren zijn opgeleid en hoe oud ze zijn.

Gebruikte bronnen

Artikel: Antwoord op de vraag “Over welke competenties moeten mentoren in het mbo beschikken om voortijdig schoolverlaten (vsv) terug te dringen?”, https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2018/06/325-antwoord-mentor.pdf, 2018.

Meer lezen?